Een screenshot maken op een MacBook doe je doorgaans met een paar eenvoudige sneltoetsen. Hieronder staan de meest gebruikte opties en wat ze vastleggen:
- Hele scherm vastleggen: druk tegelijkertijd op Command (⌘) + Shift + 3. De afbeelding wordt standaard op het bureaublad opgeslagen.
- Gedeeltelijk scherm vastleggen: druk tegelijkertijd op Command (⌘) + Shift + 4. Het kruisje verschijnt; selecteer vervolgens het gewenste gebied en laat los om te laten vastleggen.
- Specifiek venster vastleggen: druk Command (⌘) + Shift + 4, druk dan op de spatiebalk. Klik op het venster dat je wilt vastleggen.
- Uitgebreide schermopname en opties: druk Command (⌘) + Shift + 5. Er verschijnt een menu met opties zoals schermopname, specifieke locatie opslaan, timer, en aanwijzingen voor bewerking.
- Touch Bar vastleggen (indien van toepassing): druk Command (⌘) + Shift + 6.
Aanvullende tips:
- Na het nemen van een screenshot verschijnt meestal een kleine miniatuur in de hoek van het scherm. Hiermee kun je direct bewerken, verwijderen of opslaan.
- Je kunt de opslaglocatie wijzigen bij het uitgebreide schermafbeelding-menu (Command + Shift + 5) onder Opties, waar je bijvoorbeeld kunt kiezen voor Documenten, Een specifieke map, of Clipbord.
Als je wilt, kan ik een aangepaste stap-voor-stap handleiding maken voor jouw situatie (bijv. bij gebruik van macOS Ventura of Sonoma, of als je screenshots standaard wilt opslaan in een specifieke map).
