Het kabinet is meerdere keren gevallen in de Nederlandse politieke geschiedenis; recente voorbeelden zijn Rutte III (2017–2022) en het kabinet Schoof (2022–2024). Voor een concreet antwoord op “hoe vaak is het kabinet gevallen” kun je kijken naar de algemene geschiedenis en de kortste/langste zittijd van kabinetten. Kernantwoorden
- Veel kabinetten vielen eerder dan de volle termijn van vier jaar, en het aantal valpartijen in de moderne tijd is hoger dan de zittingsduur-periode van 4 jaar aangeeft. Daarbij zijn er zowel korte als langere periodes geweest waarin coalities uit elkaar vielen of demissionair gingen.
- In de naoorlogse periode zijn tientallen kabinetten gevallen of demissionair geworden, maar exact “hoe vaak” kan verschillen afhankelijk van hoe men meet (inclusief demissionaire periodes, vervangende bewindslieden, of wisselende coalities).
- Recente gevallen brengen het onderwerp weer in beeld: Rutte III viel in 2022, gevolgd door Schoof in 2024; dit werd in de media besproken als een opvolgende kabinetscrisis.
Wat dit betekent in de praktijk
- Kabinetsval is in Nederland geen uitzonderlijke gebeurtenis; het gebeurt vaker dan strikt gezien een termijn van vier jaar volmaakt. Historisch gezien is er dus een patroon van vroegtijdige beëindiging en demissionair kabinetten, hoewel elke situatie uniek is wat betreft oorzaken en nasleep.
- De gevolgen voor beleid en begrotingen hangen sterk af van het moment van val en de duur van de demissionaire periode voordat een nieuw kabinet aantreedt. Onderwijs, financiën en beleidsprioriteiten kunnen daardoor tijdelijk anders uitpakken.
Als je wilt, kan ik een beknopte tijdlijn maken met de belangrijkste gevallen van kabinetten die viel of demissionair werd sinds 1945, met jaartallen en korte oorzaken.
