Een mens heeft vier hartkleppen. Deze zijn de mitraalklep, tricuspidaalklep, aortaklep en pulmonaalklep. De mitraalklep en tricuspidaalklep zitten tussen de boezems en kamers van het hart, terwijl de aortaklep en pulmonaalklep zich bevinden op de plekken waar het bloed het hart verlaat. De hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de juiste richting stroomt en voorkomen terugstromen van bloed.
