De term “meier” verwijst traditioneel naar honderd gulden en wordt tegenwoordig ook wel gebruikt voor honderd euro in informele Nederlandse straattaal. De precieze oorsprong is onzeker, maar gangbare theorieën verbinden het met:
- een oud Duits woord meier/Meier, wat landbeheerder of opzichter betekende en mogelijk met innen van geld te maken kreeg, waardoor het geldbedrag werd aangeduid;
- of met een Joods-Hebreeuws woord mei’oh, wat honderd betekent, en via talen en handel in Nederland terecht kon komen.
In historische contexten en informele gesprekken blijft “meier” vooral bekend als (briefje van) 100 gulden, en in het euro-tijdperk wordt het soms nog als synoniem voor 100 euro gebruikt. In bredere straattaal kun je ook varianten tegenkomen zoals “geeltje” (25 gulden) of andere benamingen voor geldbedragen, maar “meier” is vooral tied to 100 eenheden. Enkele aanvullende nuances:
- In sommige bronnen wordt “meier” ook geassocieerd met een gebiedende rol of ambt, afhankelijk van regio en tijdperk.
- Tegenwoordig kan de term in informele gesprekken nog voorkomen, maar is de gebruiksfrequentie aanzienlijk lager dan in historische bronnen.
Als je wilt, kan ik specifieker ingaan op de herkomstverhalen of voorbeelden geven van zinnen waarin mensen zeggen “meier” in verschillende Dialecten of regio’s.
