Mistlampen mag je aan de voorkant aanzetten wanneer het zicht minder is dan 200 meter, bijvoorbeeld bij dichte mist, sneeuwval of regen die het zicht ernstig belemmert. Het mistachterlicht mag je alleen aanzetten bij zeer dichte mist of sneeuwval waarbij het zicht minder is dan 50 meter. Bij hevige regenval mag het mistachterlicht niet gebruikt worden, omdat het dan verblindend kan zijn voor andere weggebruikers. Gebruik altijd mistlampen in combinatie met dimlicht of grootlicht waar nodig, en zet ze uit zodra de zichtbaarheid verbetert om onnodige hinder te voorkomen.
