Halloween vindt zijn oorsprong in de Keltische traditie van Samhain, dat op 31 oktober werd gevierd door Kelten in Ierland en Groot-Brittannië. Samhain markeerde het einde van het oogstseizoen en het begin van de winter, oftewel het “nieuwe jaar” volgens de Keltische jaartelling. Tijdens dit festival werden grote vreugdevuren aangestoken en voerden mensen rituelen uit om geesten te geraken of te verdrijven, wat mogelijk ook gepaard ging met offers. De naam Halloween ontstaat later uit All Hallows' Eve (Allerheiligenavond), oftewel de avond voor Allerheiligen, waarbij de term in het 16e-eeuwse Schotland in gebruik kwam en vervolgens wijdverspreid raakte. Deze combinatie van Keltische wortels en later christelijke invloeden vormt de basis van het hedendaagse Halloween, dat vandaag vooral als een seculier feest wordt gevierd met kostuums, snoep en pompoenen. Belangrijke punten:
- Samhain: Oud-Keltisch festival op 31 oktober, start van de winter en het nieuwe jaar volgens hun jaartelling; gemeenschappelijke rituelen en mogelijk geestenverhuizing.
- Pompoenen en lampions: In Noord-Amerika werd de traditionele uitbeelding van jack-o'-lanterns met carvings en kaarsen geïntegreerd als praktische symbolen tegen geesten.
- Naamontwikkeling: Halloween als term komt van All Hallows' Eve, de avond voor Allerheiligen, en werd voor het eerst vastgelegd in Schotland in de 16e eeuw.
Als je graag een korte vergelijking wilt van hoe Halloween zich in verschillende landen heeft ontwikkeld (bijv. Ierland vs. Verenigde Staten vs. Nederland), laat het weten.
