Het woord “Keltisch” komt uiteindelijk uit het Oudgrieks en Latijn. De Grieken noemden bepaalde volken in Midden‑ en West‑Europa Keltoi of Keltoi/Keltoi , wat later in het Latijn Celtae werd, en daaruit zijn onze woorden “Kelt” en “Keltisch” ontstaan.
Oorsprong van het woord
- In de bekende bronnen wordt het woord voor het eerst gebruikt door de Griekse schrijver Hecataeus van Milete rond 517 v.Chr., voor een stam in het gebied van het huidige Zuid‑Duitsland.
- Herodotus gebruikt de naam kort daarna voor de volken bij de bovenloop van de Donau; Romeinen nemen vervolgens het Latijnse Celtae/Celtus over, dat in hun teksten grotendeels synoniem is met “Galliër”.
Moderne betekenis “Keltisch”
- De koppeling van het woord “Keltisch” aan Ieren, Schotten en Welsh is pas sinds de 18e eeuw gebruikelijk; toen begonnen geleerden die moderne volkeren en hun talen met de antieke Celtae te verbinden.
- Tegenwoordig wordt “Keltisch” vooral gebruikt voor de Keltische talen (zoals Iers, Welsh, Bretons) en voor de culturen die horen bij de Hallstatt‑ en La Tène‑cultuur in Midden‑ en West‑Europa.
