Het lijkt erop dat je korte woordjes in het Nederlands hebt getypt: “waarom niet op d”. Ik neem aan dat je vraagt waarom mensen soms kiezen om de automatische transmissie in de D-stand (Drive) te laten terwijl ze bijvoorbeeld stil staan of afremmen, of waarom men soms juist kiest voor andere standen zoals N (Neutraal) of P (Park). Hieronder geef ik een korte uitleg en enkele praktische overwegingen. Kernpunt
- In de meeste moderne automatische transmissies is D bedoeld om normaal mee te rijden. In D blijft de auto klaar om vooruit te rijden zodra je het gaspedaal intrapt, en de koppelomvormer regelt de belasting en versnellingen automatisch.
- N (Neutraal) ontkoppelt de motor van de aandrijving. Dit kan in sommige situaties onhandig zijn en brengt extra slijtage of onverwachte bewegingen met zich mee als de bestuurder later weer in een versnelling schakelt.
- P (Park) vergrendelt de transmissie en wordt normaal gebruikt wanneer de auto volledig stil staat en geparkeerd staat.
- Het wisselen tussen D en N of D en R tijdens het rijden kan theoretisch leiden tot extra slijtage of schokken, vooral bij oudere automaatbakken of bij abrupt schakelen. In veel situaties is het gebruik van D continu aerodynamischer en veiliger.
Veelvoorkomende scenario’s en aanbevelingen
- Stoplichten en langzaam rijden: houd doorgaans de auto in D en rem zachtjes met het rempedaal. De meeste systemen zijn ontworpen om in D te blijven terwijl je stopt, en schakelen naar N wordt meestal niet aanbevolen als je even stilstaat, omdat het vermijden van N heel vaak geen voordeel oplevert en mogelijk extra slijtage of onbedoelde bewegingen kan veroorzaken.
- Parkeren: zet na het stoppen altijd op P en schakel de handrem of elektronische rem in waar van toepassing. Laat de motor draaien tot alles veilig is, of volg de aanbevelingen van de fabrikant.
- Bergop of bij zware belasting: soms kiezen bestuurders ervoor om in een lagere versnelling (via handmatig selecteren of gemengde modus), afhankelijk van de aandrijflijn en de bergomstandigheden. Dit kan helpen bij remmen op motorvermogen of bij meer controle, maar vereist wel bekendheid met de specifieke transmissie.
- Starten bij neutraal: in sommige gevallen wordt N gebruikt bij onderhoud of speciale procedures, maar voor dagelijks gebruik is N meestal niet nodig en kan het leiden tot onverwachte bewegingen als de bestuurder niet oplettend is.
Juiste praktijken per situaties
- Dagelijks rijden: blijf in D tijdens normaal rijden. Schakel naar P alleen bij parkeren.
- Snelle stop of korte pauze: houd in D; gebruik remmen om tot stilstand te komen en zet vervolgens op P als je uit wilt stappen.
- Lange stilstand zonder motorvermogen: volg de handleiding van de auto; sommige systemen hebben specifieke aanbevelingen voor langdurige stilstand.
Als je wilt, kun je aangeven welk type auto en transmissie je bedoelt (merk/model en transmissie). Dan kan een gerichtere uitleg worden gegeven over de specifieke aanbevelingen voor jouw voertuig.
