Het lijkt erop dat je een korte zin in het Nederlands hebt gegeven: “weet je wie ook zeer bekwaam is”. Wil je dat ik deze zin interpreteer, uitlegt waar deze vandaan komt, of er context aan geef (bijv. uit een oudejaarsconference van Wim Kan) en wat het woord “bekwaam” daarin betekent? Hier zijn mogelijke opties:

• Context en betekenis: uitleg over wat “zeer bekwaam” doorgaans impliceert in Nederlands, met voorbeelden.
• Bron en herkomst: toelichting waar deze frase mogelijk vandaan komt (bijv. cabaret, oudejaarsconference) en wat de cultuurcontext is.
• Taalkunde: analyse van de constructie en betekenisverschil tussen “bekwaam” en synoniemen als “bekwaamheid” of “geschikt”.

Laat weten welke richting je voorkeur heeft, dan werk ik het uit.