De pneumokokkenvaccinatie wordt bij kinderen gegeven in drie doses: op 3, 5 en 11 maanden oud, omdat jonge kinderen extra kwetsbaar zijn voor pneumokokkeninfecties. Vanaf september 2024 wordt het nieuwe vaccin Vaxneuvance gebruikt, dat beschermt tegen 15 soorten pneumokokkenbacteriën, wat beter is dan het oudere vaccin dat 10 soorten beschermde. Voor volwassenen is er een vaccin dat beschermt tegen 23 soorten pneumokokken en dat ongeveer 5 jaar bescherming biedt; deze vaccinatie wordt elke 5 jaar aanbevolen tot de leeftijd van 75 jaar. Voor volwassenen zonder milt, met een verminderde afweer of na transplantatie worden soms twee verschillende vaccins gegeven met een tussentijd van 2 maanden en ook herhaling elke 5 jaar geadviseerd. Het nieuwe vaccin voor ouderen beschermt langer en beter dan het oude vaccin. Kortom, kinderen krijgen 3 prikken in hun eerste levensjaar, volwassenen een prik met daarna een herhaling elke 5 jaar tot 75 jaar, of op advies van de huisarts bij risicogroepen.

Kinderpneumokokkenvaccinatie

• 3 doseringen op 3, 5 en 11 maanden
• Bescherming tegen de belangrijkste pneumokokkenserotypen via het nieuwe Vaxneuvance-vaccin

Volwassenen en risicogroepen

• Eén dosis pneumokokkenvaccin voor 23 typen, met herhaling elke 5 jaar tot 75 jaar
• Mensen met verminderde afweer of zonder milt krijgen twee vaccins met 2 maanden interval
• Nieuwe vaccins bieden betere en langduriger bescherming, vooral voor ouderen boven 80 jaar

Algemeen advies

• Vaccinatieschema kan variëren bij medische risicofactoren; overleg met huisarts is aanbevolen
• Vaccinatie voorkomt ernstige infecties zoals longontsteking en hersenvliesontsteking en verlengt de bescherming tegen veel voorkomende en gevaarlijke pneumokokkentypen

Deze richtlijnen zijn actueel voor Nederland en kunnen iets verschillen afhankelijk van leeftijd en gezondheidstoestand.